INGEBORG BRöCHELER De Nederlandse alt Ingeborg Bröcheler studeerde aan de Vrije Universiteit en aan de Amsterdamse Toneelschool, voordat ze zich toelegde op klassieke zang. Haar muziekopleiding volgde ze aan de Schumann Akademie, bij Jaap Smit. Ze vervolgde haar lessen bij Paula de Wit. Masterclasses en -courses volgde ze onder andere bij Rosemary Joshua, Dale Duesing en Sarah Connolly.
Recentelijk debuteerde Ingeborg in de Walt Disney Concert Hall met het Los Angeles Philharmonic o.l.v. Reinbert de Leeuw in de wereldpremière van Louis Andriessen’s ‘Theatre of the World’ (co-productie Dutch National Opera en Los Angeles Philharmonic, regie: Pierre Audi). Tijdens Holland Festival 2016 vertolkte ze de rol van ‘3rd Witch’ nogmaals, dit keer in een hernieuwde enscenering voor Koninklijk Theater Carré (Asko|Schönberg o.l.v. Reinbert de Leeuw, regie: Pierre Audi). Eerder was ze in het kader van talentontwikkeling bij DNO talentcover voor ‘Polinesso’ in Händel’s ‘Ariodante’ en maakte ze deel uit van het ensemble (co-productie DNO en Festival d’Aix-en-Provence, Concerto Köln o.l.v. Andrea Marcon, regie: Richard Jones). Onder leiding van Kenneth Montgomery vertolkte ze ‘Bradamante’ in Händel’s ‘Alcina’ (Orkest van de 18e eeuw, productie DNOA).
Als concertsoliste was Ingeborg o.a. te horen in werk van Fux (Kaiserrequiem), Pergolesi (Stabat Mater), Bach (Matthäus Passion, Johannes Passion, Weihnachtsoratorium, diverse cantates), Händel (Messiah, Saul), Vivaldi (Gloria), Haydn (Missa in Angustiis), Mozart (Requiem, Vespers), Rossini (Petite Messe Solennelle), Brahms (Altrhapsodie) en Duruflé (Requiem). Ze zong liederen van o.a. Schumann (Frauenliebe und Leben, Zigeunerleben), Mendelssohn (Drei Geistliche Lieder), Brahms (Neue Liebeslieder), Wagner (Wesendonck-Lieder; bewerkte Henze-orkestratie), Elgar (Sea Pictures) en Britten (A Charm of Lullabies).

MARIA FISELIER De Nederlandse mezzo-sopraan Maria Fiselier (1988) studeerde in 2013 af aan het Koninklijk conservatorium te Den Haag met een onderscheiding voor Artistry and integrity in performing. Ook maakte ze deel uit van de National Opera Studio in Londen voor seizoen 2012/13.
Ze studeert bij Sasja Hunnego, maar ontving haar eerste zanglessen van haar vader, Bariton Frans Fiselier. Ook nam zij deel aan masterclasses van Jard van Nes, Rudolf Jansen, Udo Reineman en Joyce Didonato.
In Maart 2011 won Maria de publieksprijs van het Grachtenfestival Conservatorium concours. Een nationale competitie voor jonge getalenteerde musici.
In September 2012 won ze 6 prijzen tijdens het ´Internationaal Vocalisten Concours´ te Den Bosch, waaronder de Young Talent Award.

Op deze jonge leeftijd, heeft Maria Fiselier al een rijke podium en concert ervaring. Haar repertoire omvat verschillende oratoria zoals het Duruflé Requiem, Vivaldi’s Gloria, Le Roi David van Honegger, de Petite Messe Solennelle van Rossini en Bach´s Weihnachtsoratorium en Mattheus Passion. Op het opera podium heeft ze de rol van Dorabella vertolkt in Mozart's Cosi Fan Tutte en was ze te zien in Franz Lehar's Die lustige Witwe met het Gelders Orkest onder leiding van Martin Sieghart.
In October 2011 vertolkte ze de rol van Nancy in Britten's Albert Herring, een productie van Aldeburgh Music. Ze zong hierin samen met Dame Felicity Lott, gedirigeerd door Steuart Bedford. In April 2012 was Maria te zien als Mercedes in Bizet’s Carmen bij De Nederlandse Opera in het project Zingen bij DNO onder leiding van Martin Wright.
Tevens vertolkte ze deze rol tijdens Festival Classique op de hofvijver in Den Haag met het Residentie Orkest.
In Juni en Juli 2013 was Maria werkzaam bij Opera Holland Park in Londen, waar zij de rol van Suzuki vertolkte in Madama Butterfly (Puccini) en de rol van Serena in Wolf-Ferrari’s I Gioielli della Madonna.

In November 2013 zal Maria te zien zijn als Susie in Bernstein’s A Quiet Place, met het Ensemble Modern, olv Kent Nagano. En in 2014 zal ze de rol van 2e Maagd vertolken in Strauss’s Daphne bij De Munt opera in Brussel.

LIEN HAEGEMAN De Belgische mezzosopraan Lien Haegeman begon haar opleiding bij Lucienne Van Deyck aan het Koninklijk Conservatorium te Antwerpen. Zij voltooide haar muzikale vorming tot operazangeres bij Mya Besselink aan het Maastrichts Conservatorium en volgde ook Masterclasses bij Vera Rosza, Sarah Walker, Elly Ameling, Tom Krause en Rachel Yakar.
Ien heeft vele kleine-en grote rollen vertolkt in binnen-en buitenland, ze zong in duitse theaters als Mannheim,Kassel Schwerin, Nuernberg, Bielefeld, Weikersheim, Saarbruecken ,Aachen. In eigen land was ze reeds te horen in “de Munt”te Brussel alsook meermaals in “De Vlaamse opera”. Jongstleden zong ze nog de titelrol van Bizet’s opera Carmen in Athene.
Niet alleen voor het operarepertoire, maar ook voor concerten en recitals is Lien Haegeman een veelgevraagd zangeres. Haar repertoire omvat werken uit de barok-periode tot het hedendaagse oeuvre waarmee ze concerteerde in o.a. Belgie, Nederland, Frankrijk en Duitsland. Hierdoor mocht zij in meerdere mooie concertzalen zingen, oa. Het concertgebouw te Amsterdam, en De Berliner Filharmonie te Berlijn en de Vlaamse opera te Gent en Antwerpen.
Ze werkte samen met befaamde dirigenten als o.a.Sir William Christie, Herve Nicquet en Jaap van Zweden (waarmee ze afgelopen jaar meezong op de cd-opname van Der Meistersinger van Wagner)

ELINE HARBERS Eline Harbers is een veelgevraagd alt-solist bij koren in binnen- en buitenland.

Zo zong zij in Rotterdam (Altrhapsody), Flensburg (Matthäus Passion), Turnhout (Messiah) en Berlijn (Elias). Op haar repertoire staan alle grote oratoriumwerken en zij werkte samen met dirigenten als Jaap van Zweden, Diego Masson en Stefan Soltesz.

In november 2010 vertolkte zij met succes de Rückert van Mahler bij de KamerFilharmonie Der Aa o.l.v. Joost Smeets. Na haar conservatoriumopleiding verwierf zij de eervolle beurs van het Opernhaus Zürich en studeerde zij twee jaar aan de Internationale Opera Studio aldaar.

De rol van Grimgerde (Die Walküre) o.l.v. Ralf Weikert was haar operadebuut. Zij werkte mee aan de serie programma’s die TV Gelderland maakte over de operatie Market Garden, waarbij zij in ieder programma op ontroerende wijze liedjes uit de oorlogstijd zong.

In 2008 vertolkte zij de indrukwekkende alt-solo bij de nederlandse premiëre van het Requiem van Ståle Kleiberg. Ook met musical is zij niet onbekend, zo zong zij met veel succes de rol van Kate in ‘Kiss me Kate’ van Cole Porter.

In de afgelopen jaren heeft Eline menige hoofdrol gezongen bij opera- en operetteverenigingen, zoals de rol van Orfeo, die van Périchole en Carmen, waarover de krant schreef: ‘Harbers was een Carmen vol passie, schitterend en flamboyant’.

MARIE ANNE JACOBS De contralto Marie Anne Jacobs beschikt over een bijzondere stem. Met haar warme, donkere timbre onderscheidt zij zich van een mezzosopraan. Dit specifieke type stem komt weinig voor en verrast mensen keer op keer. Zo ook Paul Esswood, de beroemde Engelse countertenor.

In de masterclasses die Marie Anne bij hem volgde in Frankrijk en Florence, was hij onder de indruk van haar stem. Hij inviteerde haar voor concerten in Engeland en Polen. In Bydgoszcz in Polen brachten zij een programma met aria’s en duetten uit Händel’s grote oratoria o.l.v. Capella Bydgostiensis.

De stem van Marie Anne Jacobs past de Oude Muziek zeer goed en daar is zij dan ook met grote regelmaat in te horen. Zo heeft zij meegewerkt aan concerten in Aalst, Belgïe, in de Bachcantate serie van Patrick van Goethem samen met onder meer de tenor Ludwig van Gijsegem en in een Jubileumconcert in Nieuwkerken-Waas onder leiding van Lieven Deroo.

Ook in Nederland heeft zij reeds vele Bachcantates uitgevoerd onder andere onder leiding van Jaap Hillen, Harry Brasser, Hans van der Toorn en in de Geertekerk in Utrecht o.l.v. Johan Rooze. Marie Anne Jacobs is een veel gevraagd solist voor de bekende grote koor/oratoriumwerken. Daarnaast wordt zij vaak benaderd voor solowerken voor alt en orkest/ ensemble.

Zij beperkt zich hier echter geenszins toe, werken uit andere stijlperioden staan geregeld op haar lessenaar, zoals bv. de Alt-Rhapsodie van J. Brahms. Het Lied heeft een ook speciaal plekje bij Marie Anne. Met haar begeleider Frans van Tuijl en violist Hans Rijkmans geeft zij regelmatig recitals met werken van diverse componisten.

Met Frans van Tuijl en alt-violist Pieter Das, is Marie Anne Jacobs te gast geweest in het live Radio 4 programma “Spiegelzaal” van de AVRO. Zij hebben hier de twee liederen voor alt, alt-viool en piano, opus 91, uitgevoerd. Marie Anne heeft samen met Frans van Tuijl diverse masterclasses gevolgd op het gebied van het Lied, onder andere bij Jard van Nes, Udo Reinemann en Margreet Honig.

Naast het solistisch werk zingt Marie Anne Jacobs in het Ensemble “Cappell’affetta” onder leiding van Michelle Mallinger. Tevens treedt zij regelmatig op in Project Ensembles waar mee zij bv. een programma van H. Schein heeft uitgevoerd. Marie Anne Jacobs is afgestudeerd aan de Schumann Akademie bij de bekende Nederlandse sopraan Ank Reinders.

Om zich te kunnen blijven ontwikkelen wordt Marie Anne nu gecoacht door de zangpedagoge en sopraan Marjan Kuiper.

YVONNE KOK Yvonne Kok behaalde haar diploma aan het Conservatorium van Amsterdam, waar ze studeerde bij Valerie Guillorit. Daarnaast volgde Yvonne lessen en masterclasses bij onder andere Jard van Nes, Bernarda Fink, Nelly Miricioiu, Margreet Honig, William Matteuzzi, Emma Kirkby, David Wilson-Johnsson, Udo Reinemann, Geert Smits, Claron McFadden, Pierre Mak en Maarten Koningsberger.

Momenteel wordt Yvonne regelmatig gecoacht door Ira Siff en Sasja Hunnego.

Als soliste verleende Yvonne medewerking aan uitvoeringen van diverse oratoria en cantates zoals Matthäus Passion en Johannes Passion van Bach, de Krönungsmesse van Mozart, het Gloria en Magnificat van Vivaldi, het Requiem van Duruflé, het Stabat Mater van Pergolesi en diverse Bachcantates.

Bij het Gelders Orkest verleende zij onlangs (2012) haar medewerking aan het project "The Cloud" met o.a. de gelijknamige wereldpremiere van Leonard Evers. In 2008 verleende zij haar medewerking aan de Mis in F-moll van Bruckner tijdens een tournee door Zwitserland en een aansluitende concertreeks in Nederland in o.a. Vredenburg Leidsche Rijn en de Beurs van Berlage.

In januari 2010 zong zij als gast bij ‘Dutch National Opera Academy’ de rol van Mrs. Herring in Britten's Albert Herring. Daarnaast zong zij meerdere malen tijdens het festival Opera aan Zee, waaronder de rol van Bastien in Mozart's Bastien und Bastienne (2009), de rol van Ruggiero in scenes uit Alcina van Händel (2010) en de rol van Olga in scenes uit Onegin van Tchaikovsky (2011). In april 2012 vertolkte zij binnen de RAP van de Nationale Reisopera de rol van Marcellina in een bewerkte versie van Mozart's Le Nozze di Figaro.

Yvonne werkt samen met diverse pianisten. Met Frans van Ruth voert zij regelmatig liederen uit van Nederlandse componisten, onder wie Diepenbrock, Piet Ketting, Matthijs Vermeulen en Leander Schlegel. Met pianiste Cecily Lock gaf zij recitals in onder andere de kleine zaal van het Concertgebouw, de grote zaal van Muziekgebouw aan 't IJ (voorprogramma serie Grote Zangers) en concertzaal de Harmonie in Leeuwarden. In de zomer van 2009 waren zij samen geselecteerd om deel te nemen aan een masterclass aan het Franz-Schubert-Institut te Baden bei Wien waar zij les kregen van gerenommeerde docenten op het gebied van lied en liedbegeleiding, zoals Robert Holl, Rudolf Jansen, Julius Drake, Edith Wiens, Walter Moore, Wolfram Rieger en Helmut Deutsch.

ASTRID KRAUSE De uit Duitsland afkomstige alt en dirigente Astrid Krause ontdekte reeds in jonge jaren haar passie voor klassieke koormuziek en begon dan ook vroeg haar kennis op dit gebied te verdiepen.

Ze volgde een aantal workshops en cursussen voor dirigenten, o.a. ‘Praxis der chorischen Stimmbildung’ o.l.v. Professor Kurt Hofbauer aan de ‘Bundesakademie für kulturelle Bildung’ in Wolfenbüttel, Duitsland, een ‘Kurt Thomas Kurs’ in Hamburg en was ze lid van diverse (kamer-) koren.

In 2004 begon Astrid met haar studie solozang aan het ArtEZ conservatorium te Enschede bij Harry van Berne en Annette Kleine en voltooide in februari 2009 met succes haar bachelor studie. Tevens werd zij toegelaten tot de master opleiding van het zelfde conservatorium waar ze haar studie voortzette bij Harry van Berne en cor repetitor Marien van Nieukerken. Hiernaast volgde zij ook lessen bij de Nederlandse mezzosopraan Jard van Nes. In het afgelopen seizoen (2011-2012) volgde Astrid de International Liedmasterclasses aan het koninklijk conservatorium Brussel o.l.v. Udo Reinemann in samenwerking met diverse befaamde gastdocenten.
Tijdens haar zangstudie volgde ze lessen koordirectie bij Kees Stolwijk (hoofdvakdocent koordirectie ArtEZ conservatorium Enschede).
Astrid werkte mee aan vele lied-, opera- en oratorium concerten met uiteenlopend repertoire en o.l.v. vele verschillende dirigenten, zoals Jan Willem de Vriend, Klaas Stok, Kees Stolwijk, Collin Davis, Etienne Siebens, Patrick van der Linden, Paul Heijboer, Jacco Camphens e.a.

MYRA KROESE De alt-mezzo Myra Kroese studeerde zang aan de conservatoria van Rotterdam en Den Haag.
In 1983 werd zij lid van het Nederlands Kamerkoor, waarmee zij een repertoire zingt dat zich uitstrekt van de middeleeuwen tot de hedendaagse muziek.

Als soliste is haar repertoire eveneens uitgebreid. Zij zong onder andere in een oratorium van Buxtehude met Ton Koopman, een Schubertprogramma met Yoav Talmi en in twee kameropera's van Milhaud met Reinbert de Leeuw.

De meest recente CD-opnames waaraan zij als soliste meewerkte zijn: "Dido and Aeneas" van Purcell, waarbij zij de partij van de Tovenares zong en de "Notturni" van Mozart, sextetten voor drie zangers en drie bassethoorns, die zij uitvoerde met onder meer drie blazers uit het "Orkest van de Achttiende Eeuw".

Op televisie was zij te zien en te horen met een grote altsolo in het werk "Jetzt immer Schnee" van de Russische componiste Sophia Gubaidulina, een wereldpremiere uitgevoerd onder leiding van Reinbert de Leeuw.

MIEKE VAN LAREN De lyrische mezzo-sopraan Mieke van Laren voltooide naast haar zangopleiding ook een beeldende opleiding tekenen en schilderen aan de Hogeschool voor de Kunsten te Tilburg.

Zij vormt een duo met haar broer, slagwerker Arjan Roos en zingt in diverse kamerkoren en kleine ensembles waaronder Cappella Amsterdam, waar zij deel uitmaakt van de vaste bezetting, en Collegium Vocale Gent.

Samen met een pianiste en een sopraan vormt zij het trio ‘Kalevala zingt’.

Als zangpedagoge heeft zij een bloeiende lespraktijk en geeft zij stemvorming aan koren.

MAARTJE DE LINT De Nederlandse mezzosopraan Maartje de Lint studeerde aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam.
Haar carrière begon in het laatste jaar van haar studie toen zij de rol van Arsamene, in Serse (Xerxes)(*Händel) vertolkte.
Na haar studie was zij verbonden aan Het Internationaal Operacentrum te Amsterdam.
Ook maakte zij als 'Fellow in Voice' deel uit van het Tanglewood Music Festival in Massachusetts, Amerika, en zong daar o.l.v. Reinbert de Leeuw in Six poems of Marina Tvetayeva (*Shostakovitsch) en in Songfest (*Leonard Bernstein) o.l.v. Seiji Osawa.

Maartje de Lint zong in Nederland, Belgie, Italie, Spanje en Amerika. Werkte met inspirerende leraren als Cora Canne Meijer, David Pittman-Jennings, Christina Deutekom, Barbara Bonney, Martin Wright en Charles Hammilton, componist Kees Olthuis, regisseur GerardJan Reijnders en vele anderen.
Zij heeft een voorliefde voor de liederen in het lichte repertoire zoals Kurt Weill, Sondheim en Yeston. Van Yeston maakte zij een CD opname van zijn ‘December Songs’. Daarnaast is zij een veelgevraagd oratoriumzangeres en trad zij onlangs als gast op bij het mannen ensemble Frommermann.
Zij is vast verbonden aan het koor van De Nederlandse Opera.

LIESBETH VAN DER LOOP Na het afsluiten van haar klassieke gitaarstudie in ’89 besloot Liesbeth van der Loop zich toe te leggen op de zangkunst. In ’93 behaalde zij het diploma voor Klassieke Solozang.

Aanvankelijk gaf zij de voorkeur aan het geven van lied-recitals. Dat deed zij zowel alleen, als met haar leraar Bernard Kruysen in Meester en Gezel-concerten.

In ‘98/’99 besloot zij alsnog verder te studeren aan De Nieuwe Opera Academie o.l.v. Alexander Oliver. Daar ontving zij in ’99 het diploma Uitvoerend Musicus. Masterclasses volgde zij bij Margreet Honig, Cristina Deutekom, Diane Forlano en Craig Rutenberg.

Thans studeert zij bij Martin Wright, Barbara Pearson en wordt zij gecoached door Peter Nilsson. Zij werkte met dirigenten als Kenneth Montgomery, Jac van Steen en Paul McCreesh.

Opera- en operetterollen die zij vertolkte waren La Zia Principessa in Suor Angelica van Puccini, Mevrouw Wikke in Keesje van Jan Slothouwer, Dido in Dido and Aeneas van Purcell, Prinz Orlofsky in Die Fledermaus van Strauss, Maman en L’Écureuil in L’Enfant et les Sortilèges van Ravel, Tweede Dame in Die Zauberflöte van Mozart, Maddalena in Rigoletto van Verdi en Veerle in de jeugdoperette 'Een dans voor Lieveke' van Koen Dejonghe.

In het oratorium zong zij o.m. de alt-partijen in Le Roi David van Honegger, in het Requiem Van Mozart, in het Stabat Mater van Pergolesi, in de Matthäus Passion, in het Weihnachts-oratorium en in de Hohe Messe van Bach, in de Messiah van Händel, in de Elias van Mendelssohn en in Monumentum/Gedanken zu Bach van Daan Manneke.

Op het concertpodium was zij te beluisteren in Pulcinella van Strawinsky, in Il Tramonto van Respighi, in de Wesendonk-Lieder van Wagner en in Nuits D’été van Berlioz.

MARJOLEIN NIELS De Nederlandse mezzosopraan Marjolein Niels wordt alom geprezen om haar warme timbre en innemende podium présence. Ze is regelmatig te gast bij vooraanstaande orkesten en operagezelschappen in Nederland. Een van de hoogtepunten van het afgelopen seizoen was de dansopera De Soprano’s door het befaamde dansgezelschap ICK (choreografie Emio Greco en Pieter C. Scholten). Deze voorstelling op muziek van Verdi werd door het publiek genomineerd als dansvoorstelling van het jaar 2014. Een andere belangrijke gebeurtenis was de tournee met het indrukwekkende herdenkingsconcert Er reed een trein naar Sobibor. Het concert werd integraal uitgezonden op de Nederlandse televisie.

Op het operatoneel was Marjolein Niels te horen als Wellgunde en Siegrune in Antony McDonald’s veelgeprezen productie van Wagners Ring-cyclus o.l.v. Ed Spanjaard. Deze rol vertolkte ze met veel succes bij de Nationale Reisopera, waar ze o.a. ook te horen was als Neris in Medea en als Tweede Dame in Die Zauberflöte. Andere rollen op haar repertoire zijn Flora in La traviata (in regie van Frank van Laecke, Opera Zuid), Néris in Médée (Opera2Day), Maman in L’enfant et les sortilèges (De ZaterdagMatinee van het Concertgebouw), Dido in Dido and Aeneas, First Secretary in Nixon in China, Dorabella in Così fan tutte (Het Gelders Orkest), Zerlina in Don Giovanni (Concertgebouw Amsterdam in regie van Laurence Dale).

Marjolein Niels was te gast bij toonaangevende orkesten als Concerto Copenhagen, Orkest van het Oosten, Noord Nederlands Orkest, Holland Symfonia (met De Nederlandse Opera in Writing to Vermeer),Vlaams Radio Orkest, Orkest van de Achttiende Eeuw, Het Gelders Orkest, Nederlands Kamer Orkest, Radio Philharmonisch Orkest, Limburgs Symfonie Orkest en de nieuwe Philharmonie ZuidNederland. Ze heeft gewerkt met dirigenten als Hans Graf, Roberto Rizzi Brignoli, Lars Ulrik Mortensen, Reinbert de Leeuw, Frans Bruggen en Bruno Weil.

Marjolein Niels is tevens een gepassioneerd liedzangeres. Ze werd uitgenodigd voor solorecitals op diverse binnenlandse en buitenlandse podia als het Grand Théatre de Tours, de Kleine Zaal van het Concertgebouw (in de serie “Jonge Nederlanders” en “Tracks”), het Internationales Stimmen Festival Holzhausen en in de Haagse vocale serie Royaal Vocaal.

Marjolein Niels studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam bij Maarten Koningsberger en Margreet Honig. Haar tweede faseopleiding volgde ze aan De Nieuwe Opera Akademie, waar zij onder andere de rollen vertokte van Contessa in Le nozze di Figaro en Pamina in Die Zauberflöte. In het seizoen 2003/2004 was ze als ensemblelid verbonden aan Opera Studio Nederland. In dat jaar maakte ze haar debuut bij de Nederlandse Reisopera waar zij vervolgens regelmatig te gast was. Masterclasses volgde zij bij onder andere Dawn Upshaw, Graham Clark, Rudolf Janssen, Roger Vignoles en Konrad Richter.

KARIN VAN DER POEL Karin van der Poel, Mezzosopraan, Warm, vertellend en puur. Dat zijn de metaforen die vaak worden gebruikt als het gaat over de mezzosopraan Karin van der Poel. Na haar studie solozang aan het Utrechts conservatorium waar zij afstudeerde bij Eugenie Ditewig heeft zij zich tot een veelzijdig zangeres ontwikkeld die haar stem op vele manieren in kan zetten in uiteenlopende stijlperiodes met een tijdspanne van ongeveer zeven eeuwen . Haar vertelkracht komt optimaal tot zijn recht in een uitgebreid, voornamelijk 20steeeuws liedrepertoire waarmee zij regelmatig concerten verzorgt. Met name het franse lied heeft haar bijzondere aandacht. Ook verzorgde zij premières van nieuwe composities, vaak speciaal voor haar geschreven. Zij is daarnaast een graag geziene soliste in diverse oratoria van Bach tot Duruflé in den lande. Zij is te beluisteren als altsoliste op een opname van de Petit Messe Solennelle van Rossini met ensemble Quinck en het duo Wyneke Jordans en Leo van Doeselaar. Als soliste was zij ook te horen in de titelrol van de cantate Die Todesfrau van Hans Kox, welke ook op cd is opgenomen. Zij zong de soli in de Cantata van Stravinsky en in het Stabat Mater van Haydn met Concerto d’Amsterdam, alsmede de altsoli uit Bachs Weihnachtsoratorium in uitvoeringen olv Jan Willem de Vriend en Risto Joost met gerenommeerde orkesten als Combattimento Amsterdam en Concerto Kopenhagen. .

MAAIKE POORTHUIS Maaike Poorthuis (Mezzosopraan) studeerde aan de conservatoria in Enschede en Leeds (Engeland). Op het Koninklijk Conservatorium te Den Haag studeerde zij met onderscheiding af voor de Tweede Fase Solozang, en behaalde zij het certificaat van de Nieuwe Opera Academie.

Momenteel wordt zij gecoached door Margreet Honig.

Ze volgde masterclasses bij o.a. Elly Ameling, Roberta Alexander, Cora Canne Meijer, Graham Clark, Marc Tucker, Nancy Argenta en Nelly Miricioù. Met pianiste Annemieke Spoelstra werd zij in november 2001 finaliste van het Concours International de Chant de Nadia et Lili Boulanger, Parijs.

Ze zong solistisch met diverse orkesten, waaronder Het Orkest van het Oosten, het Brabants Orkest, het Gelders Orkest, Florilegium Musicum, Musica ad Rhenum, The Northern Consort en de Symfonieorkesten van de conservatoria van Den Haag en Amsterdam, en werkte daarbij met dirigenten als Arjan Tien, Ivan Anguelov, Rudolph Werthen, Jed Wentz, Jaap van Zweden en Paul McCreesh. Met het Tilburgs Begeleidingsorkest o.l.v. Pieter Kocks zong zij “Les Nuits d’été” van H. Berlioz.

Op het operapodium was zij te horen in o.a. Albert Herring (B. Britten), Il Matrimonio Segreto (D. Cimarosa), Mariken z Nimègue (B. Martinu), Le Nozze di Figaro, Cosi fan tutte (W.A. Mozart), Dido & Aeneas (Purcell), Suor Angelica (G. Puccini), Il Trionfo dell’Onore (D. Scarlatti), L’Enfant et les Sortilèges (M. Ravel), Nabucco (G. Verdi). Zij zong de hoofdrol in de wereldpremière De Roep van de Kinkhoorn (Bart Visman).

Als liedzangeres vormt zij een duo met pianiste Micha van Weers. Voor de Vrienden van het Lied brengen zij zeer uiteenlopende programma’s met liederen van o.a. Poulenc, Montsalvatge, Sibelius, Rachmaninov, Shostakovitsj, Hahn en Duparc.

Haar oratoriumrepertoire bevat o.a. Weihnachtsoratorium, Johannes Passion, Matthäuspassion (J.S. Bach), Requiem (M. Duruflé), Messiah (G.F. Händel), Die Sieben Worte (J. Haydn), Via Crucis (F. Liszt), Paulus, Elias (F. Mendelssohn), Requiem (W.A. Mozart), Stabat Mater (G.B. Pergolesi), Petite messe solennelle (G. Rossini), Oratoire de Noel (C. Saint-Saëns), Gloria (A. Vivaldi).

CARLA LANA SCHAAP De Nederlandse alt CARLA LANA studeerde bij de tenor Geert Berghs en behaalde haar diploma Zang aan het Conservatorium Utrecht in 1999.
Nog tijdens haar studie debuteerde zij als “Dido” in de opera “Dido and Aeneas” van H. Purcell tijdens het Nationaal Opera-Festival te Enschede. In 1996 en 1998 nam zij deel aan het Vocaal Concours Terborgh waar zij een tweede en derde prijs won.
In 1999 verkreeg zij een studiebeurs van het Prins Bernhard Cultureel Fonds om in Italië verder te studeren. Aanvankelijk studeerde zij te Rome bij de sopraan Olga Romanko en studeerde zij aan het “l'Ateneo Internazionale della Lirica di Sulmona” bij de docenten Margaret Baker-Genovesi en Gianni Raimondi.
Sinds september 2003 vervolgt zij haar zangstudie bij de Mezzosopraan Simona Mango te Bern met wie zij zich verder bekwaamt in het Belcanto repertoire.
Na een verblijf van bijna 8 jaar te Rome woont en werkt zij sinds 2007 weer in Nederland. Als freelance artiest is zij verbonden aan het koor van De Nederlandse Opera te Amsterdam, The Amsterdam Baroque Orchestra and Choir olv Ton Koopman en De Nederlandse Bachvereniging olv Jos van Veldhoven. Daarnaast treedt zij regelmatig op als soliste in verschillende Bach cantatas en zijn Passionen.
Ook het romantisch repertoir zoals Le Petite Messe Solennelle van Rossini en moderne hedendaagse muziek vertolkt zij met veel plezier.

JOSE SCHOLTE Geïnspireerd door haar grootvader begon de alt José Scholte haar studie zang aan het Conservatorium te Groningen.
Na het behalen van haar U.M. diploma in 1991 besloot zij haar studie te vervolgen in Duitsland aan de “Hochschule für Musik Detmold” alwaar zij zich, onder leiding van Prof. M.C.Vogel, specialiseerde in Opera. José vertolkte gastrollen in diverse Opera’s. o.a. in “Dido and Aeneas” van Purcell, “Il primo omicidio” van Scarlatti, “Midsummer Nights Dream” van Britten, “La Sonnambula” van Bellini, “Candide van Bernstein”, “Die Lustige Weiber von Windsor” van Lortzing, “Marthe” van Dragstra, “Rêve de Marco Polo” van Vivier, olv dirigenten als Giuliano Carella, Reinbert de Leeuw, Jos van Veldhoven, Hans Leenders, René Gullikers, e.a. Zij volgde masterclasse’s bij Evelyn Lear, Udo Reinemann, Hartmut Haenchen, John Shirley Quirk en had les van Aafje Heijnis en Jard van Nes.

Bij de ‘Erna Spoorenberg Vocalisten presentatie', die zich richt op veelbelovende jonge Oratorium zangers, bereikte zij in 1996 de finale.
In de Oratorium wereld is zij nu een veelgevraagd soliste met op het repertoire werken van o.a. Bach, Brahms, Britten, Duruflé, Dvorak, Händel, Mozart, Rossini en Verdi.

In 1998 werkte José mee aan het “Gergiev Festival Rotterdam” nav dit festival verscheen in 2000 een CD met werken van F.Poulenc.
Begin 2005 werkte José als soliste mee aan het “Diaghilev Festival” te Groningen.

Ook als liederenzangeres treedt José regelmatig op met haar vaste pianist Paolo Giacometti.
Momenteel geeft Jose weer veel kamermuziekconcerten. In 2009 staat Rossini centraal met het Rossinikwartet, Irene Maessen, Bernard Loonen en Tom Sol, piano Leo van Doeselaar. Ook geeft ze dit seizoen lied/vioolrecitels met Christiaan Bor viool en Jeroen Sarphati piano.

CHARLOTTE STOPPELENBURG Charlotte Stoppelenburg - alt/mezzo Warm en expressief, met een eigen timbre, zowel uitgebalanceerd als natuurlijk. Deze woorden beschrijven bij uitstek de klank van alt-mezzo van Charlotte Stoppelenburg. Ze combineert de klank van haar stem met een goede, gecultiveerde uitstraling en een diepgaande kennis van en liefde voor muziek. De eigen stem en de eigen klank laten klinken: dat is de drijfveer geweest achter de ontwikkeling van Charlotte als zangeres. Vanaf de opvoeding in haar familie waar muziek en cultuur alom aanwezig waren en zijn, aan het conservatorium in Utrecht en Keulen tot uiteindelijk cum laude afgesloten studies Duits aan de universiteiten van Utrecht en Amsterdam, heeft het steeds betere en diepere begrip van muziek altijd centraal gestaan. Die ontwikkeling heeft geresulteerd in eerste prijzen op het Prinses Christina Concours samen met haar zus sopraan Josefien, de bijzondere Brothers & Sisters concerten, gastoptredens bij de Opera van Keulen en WDR en presentaties c.q. concerten op academisch niveau rond muziek, taal en literatuur. Het hoge uitvoeringsniveau van Charlotte heeft menig componist geïnspireerd om speciaal voor haar te schrijven. Het is juist díe kwaliteit die uitvoeringen van haar repertoire altijd tot iets bijzonders maken. In een opera als ‘The Indifferent Lover’ is zij een persoonlijkheid, in een oratorium als de ‘Matthäus Passion’ een van de dragende solisten en in liederen als de Rückert Lieder een meeslepende verhalenverteller. Opnamen en uitvoeringen van Charlotte staan op YouTube, maar de volledige impact van haar optredens is alleen volledig te ervaren in een concert, presentatie of optreden.

MARTINE STRAESSER Martine Straesser begon haar opleiding aan het Sweelinck conservatorium te Amsterdam waar ze studeerde bij Charles van Tassel. Vervolgens studeerde zij twee jaar aan de Royal Scottish Academy te Glasgow waar ze haar Masters degree in opera behaalde. Hierna was ze een seizoen lid van de operastudio Nederland (2000).
Al tijdens haar studie maakte Martine haar operadebuut in
Il trionfo di Camilla van Bononcini, een productie van het festival oude muziek o.l.v. Jos van Veldhoven .In Engeland en Schotland was zij te horen in o.a. Carmen, le nozze di Figaro en Haensel und Gretel. In Nederland zong zij rollen in The rape of Lucretia (olv Richard Bradshaw) Oresteia van Xenakis en Phillip Glass` Akhnaton (Muziektheater Holands diep).
Bij de Nederlandse opera was Martine te horen in Writing to Vermeer van Louis Andriessen (in Amsterdam en New York) en Reves d` un Marco Polo van Claude Vivier (in de regie van Pierre Audi). Martine zong de rol van Mrs. Quickly in Verdi`s Falstaff in een productie die een aantal theaters in Italië aandeed waaronder het befaamde Teatro Reggia di Parma.
In 2006 was zij te zien als Witwe Begbick in Mahagonny van Kurt Weill (Opera aan het IJ) en als de moeder in de opera Mavra van Strawinsky (Opera Zuid).Bij hetzelfde gezelschap zong zij ook de rol van La Frugola in Pucinni`s Tabarro en de rol van Dorothee en Massenets Cendrillon.
Op het concertpodium zong Martine o.a. bij het Brabants orkest (three shakespeare songs van Ton de Leeuw en Die Fledermaus) en de Nederlandse Bachvereniging (Isreal in Egypt o.l.v. Paul mc Creesh) en verder bij orkesten als Holland Symfonia en het Gelders orkest. Recent was zij te gast bij het Zeeuws orkest voor enkele uitvoeringen van het requiem van Verdi.
Haar oratoriumrepertoire reikt van Bach tot Britten en ze is dan ook een veelgevraagd soliste bij oratoriumverenigingen in Nederland.

CARINA VINKE Alt-mezzo Carina Vinke wordt geprezen om de opvallende donkere kwaliteit van haar stem en haar dramatische talent. Geboren in Nederland zingt ze vanaf haar negende levensjaar op grote schaal in eigen land alsook in het buitenland. Carina zingt opera, oratoria, lied en hedendaagse muziek. Ze zong talrijke uitvoeringen van zowel de Matthäus Passion als de Johannes Passion van Bach, Verdi’s requiem, A Child of our time van Tippet en daarnaast werken van Mozart, Händel, Haydn, Rossini, Dvořák, Mendelssohn, Jenkins en Szymanovski. Samen met de Nederlandse Bachvereniging en dirigent Jos van Veldhoven toerde ze als soliste door Nederland met missen van Joseph en Michael Haydn. Haar sterke affiniteit voor de liederen van Gustav Mahler heeft geleid tot uitvoeringen van bijna al zijn vocale werken. Hoogtepunten zijn onder andere de Tweede symfonie met het Europees Jeugdorkest o.l.v. Vladimir Ashkenazy, de Derde Symfonie en Das Lied von der Erde in Milaan met het LaVerdi Orchestra onder baton van Xian Zhang (mei 2013 en mei 2017). Ze zong tientallen uitvoeringen van Das Lied von der Erde met het LaVerdi Orchestra, het NJO, het New European Ensemble, het ensemble Ludwig en Re–Orchestra onder leiding van dirigenten als Martin Sieghart, Xian Zhang, Ed Spanjaard en Christian Karlsen. In november 2015 zong ze de Rückert liederen in Guanajuato Mexico met het OSUG. Tot andere hoogtepunten in haar repertoire behoren Brahms Alto Rhapsody, Wagners Wesendonck-lieder, Respighi's Il Tramonto, Hendrik Andriessens Miroir de Peine, de Negende Symfonie van Beethoven, Nevsky Cantata van Prokofiev, en The Music makers van Elgar. Gedurende het Holland Festival in 2015 zong ze met het ASKO-Schoenberg Ensemble onder leiding van Etienne Siebens, Pierre Boulez zijn 'Le Marteau sans maître’. Later dat jaar vertolkte Carina de voor haar gecomponeerde vrouwelijke rollen in de hedendaagse opera Gilgamesj-superheld, In ‘Place de l’Opera’ stond dit geschreven: ‘Carina Vinke heeft vocaal en als actrice een indrukwekkende aanwezigheid. Ze zong haar partijen moeiteloos en soms met wat ironie, met name de godin Isjtar speelde ze met schwung en een licht superieure lach. In ‘Moonstruck Intoxication,’ het geënsceneerde optreden met het New European Ensemble in een regie van Lotte de Beer, waarin Carina Schönberg zijn Pierrot Lunaire en de titelrol in Miss Donnithorne's Maggot van Peter Maxwell Davies vertolkte, werd door het Duitse tijdschrift Ensemble geprezen als interpretaties van 'wereldklasse'. Carina voerde ook de rollen uit van o.a. Carmen van Bizet/Brook, Hermia in A Midsummer Nights Dream van Britten, Zita Gianni Schicchi van Puccini, Bradamante uit Alcina en andere rollen uit de opera’s van Händel, Orfeo van Gluck ook zong ze in opera’s van Wagner. Carina behaalde haar master aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag (Prof. Jard van Nes) en studeerde aan De Nederlandse Opera Academie. Masterclasses volgde Carina bij Christa Ludwig, Annett Andriesen, Rudolf Jansen en Teresa Berganza. Carina studeerde ‘lied’ in Brussel (2010) bij Udo Reinemann.